> Inspiratiegids geluid: inleiding
> Inspiratiegids geluid Deel 4: Geluid en niet-akoestische factorenGeluid en politiek
Van wie is een bepaalde ruimte? Wie controleert die ruimte en bepaalt wat er klinkt? Wat is het meest dominante geluid op een bepaalde plek? Welke geluiden worden er uitgesloten? Wie wordt uitgesloten? Is dit altijd zo en is deze situatie wenselijk?
De inrichting van een geluidsomgeving kent een politieke dimensie die voornamelijk draait om de vraag wie of wat die omgeving auditief mag beheersen
Alarmsystemen van auto’s, bij een spoorwegovergang of in een museum vlak voor sluitingstijd; het zijn geluiden die ons bewust maken van bepaalde normen, limieten, sociale organisatie, eigendom, bescherming, etc. Maar ook de afwezigheid van geluid kan een dergelijke regulerende functie hebben: `Na 11 uur ’s avonds moet het hier stil zijn`; of de stilte bij het herdenken van een tragedie (Ares Yebra 2022: 491).
Markering en zonering
Het is hier dat politiek en geluid elkaar raken; de inrichting van een geluidsomgeving kent een politieke dimensie die voornamelijk draait om de vraag wie of wat die omgeving auditief beheerst of mag beheersen: autogeluiden (bij een snelweg), menselijke stemmen (bij een winkelpromenade), muziek (bij een concert), gezang van vogels (’s ochtends vroeg in een bos), zelfs (relatieve) stilte (bij een meditatie of een religieuze bijeenkomst). Hierbij gaat het ook over markering en zonering.
Markering en zonering van publieke ruimtes zijn vaak visueel: verkeers- of informatieborden, een al dan niet doorgetrokken streep op de weg, een muur of een ander visueel obstakel, grensovergangen, etc. Het markeren of afbakenen van een bepaalde plek kan ook auditief gebeuren: de reikwijdte van een kerkklok of sirene, muziek in een winkelcentrum of treinstation, een Mosquito om overlastgevende hangjongeren te verdrijven (zie hangjongerenweg.nl), zingende voetbalsupporters in een stadion, een luwteplek in een drukke stad, etc.
Auditieve zonering
Met name in dichtbevolkte of intensief gebruikte gebieden is het creëren van een specifieke, aangename geluidsomgeving vaak moeilijk te sturen of te beheersen. Ten eerste is een visuele zonering meestal niet voldoende: een muur of een landsgrens houden geluiden niet tegen. Ten tweede is onze geluidsomgeving gelaagd: vrijwel altijd zijn er meerdere geluiden (in verschillende frequentiegebieden) tegelijkertijd te horen. Ten derde verandert de geluidsomgeving continu: een druk verkeersplein met toeterende auto’s wordt relatief rustig wanneer de verkeerslichten op rood staan, gedurende de nacht, of wanneer er sneeuw is gevallen. Ten vierde kan het dominante geluid van een omgeving (tijdelijk) veranderen, bijvoorbeeld wanneer een plein wordt gebruikt voor een evenement, een drukke verkeersweg wordt bezet door demonstranten, een rustige straat een sluiproute wordt, of een plek verboden wordt verklaard voor gemotoriseerd verkeer.
Bij het auditief inrichten van een bepaalde plek zouden de volgende vragen daarom (mede) richtinggevend kunnen zijn (zie ook Deel 2 - luisteroefeningen):
Wie of wat is er op deze plek (voornamelijk) te horen?
Is dat gewenst of zouden er andere geluiden te horen moeten zijn?
Hoe zou deze plek het beste auditief afgebakend kunnen worden?
Gegeven het feit dat een geluidsomgeving veranderlijk is: welke geluiden worden in welke mate toegestaan, gefaciliteerd of juist gemitigeerd?

Bron van deze tekst:
https://inspiratiegidsgeluid.soundtrackcity.nl/deel4politiek.html
U kunt ook deze QR scannen
Download als .pdf bestand